3.4 Financiering
Inleiding
De financieringsparagraaf in de begroting en de jaarrekening is een belangrijk instrument voor het
sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Hierbij wordt de regelgeving gevolgd zoals is opgenomen in de Gemeentewet, Wet FIDO, de voorschriften van het BBV en de financiële verordening van de gemeente Hilversum.
De verhouding tussen de financiële verordening en financieringsparagraaf kan daarbij als volgt
worden omschreven: De financiële verordening geeft regels voor de wijze van dekking van de
financieringsbehoefte en regels voor het uitzetten van overtollige middelen.
De hoofduitgangspunten daarbij zijn dat de risico’s worden geminimaliseerd en dat de kosten zo laag mogelijk gehouden worden.
In de financieringsparagraaf in begroting en rekening wordt ingegaan op de actuele situatie rond de dekking van de financieringsbehoefte in het betreffende jaar.
Beleid
Om investeringen te kunnen financieren, sluit de gemeente leningen af.
De gemeente hanteert daarbij het systeem van totaalfinanciering. Dit houdt in dat voor de gemeentelijke organisatie als geheel de financieringsbehoefte bepaald wordt; er wordt dus niet voor iedere investering of grondexploitatie apart geleend.
Alle rentebaten en -lasten worden verantwoord op het taakveld Treasury en daarna toegerekend aan
de gemeentelijke producten op basis van de zogenoemde omslagrente. Voor de jaarrekening 2021 is
deze bepaald op 1,4%, en is in overeenstemming met de begroting 2021. (2020: 1,4%)
Voor de dekking van het financieringstekort zijn de volgende financieringsmiddelen beschikbaar:
- Kortlopende financieringsmiddelen (rentetypische looptijd < 1 jaar).
Om het renterisico te beperken is de omvang van de korte schuld wettelijk gelimiteerd tot 8,5 % van het begrotingstotaal van een gemeente (= kasgeldlimiet). Deze grens is gesteld om te voorkomen dat een te groot gedeelte van het financieringstekort met (vaak goedkope) kortlopende middelen wordt gedekt.
- Langlopende financieringsmiddelen (rentetypische looptijd > 1 jaar). Deze worden aangetrokken als het wettelijk maximum voor de kortlopende schuld is bereikt.
Om het renterisico op langlopende schuld te beperken (het risico dat de rente hoger is op het moment dat een lening moet worden vervangen of de rente van een bestaande lening moet worden herzien), is wettelijk bepaald dat de omvang van de jaarlijks te herfinancieren bedragen niet boven 20 % van het begrotingstotaal van de gemeente mag uitkomen. (=renterisiconorm)
In het vervolg van deze paragraaf blijkt dat Hilversum in 2021 de kasgeldlimiet niet heeft overschreden. Daarbij kan worden opgemerkt dat een tijdelijke overschrijding van maximaal twee kwartalen is toegestaan.
Ook met betrekking tot het renterisico op de lange financiering is Hilversum in 2021 binnen de wettelijke renterisiconorm is gebleven.
Dekking financieringstekort
De omvang van het financieringstekort is afhankelijk van de omvang en het tempo van uitvoering van
de exploitatie, het investeringsprogramma, grondexploitaties en de kasstromen met betrekking tot
de leningen (rente en aflossing op oude leningen en de opname van nieuwe leningen).
Bij de vaststelling van de werkelijke financieringsbehoefte kan onderscheid gemaakt worden in;
- Het saldo van inkomsten en uitgaven t.b.v. de gewone exploitatie (inclusief rentebetalingen)
- Financiering: De uitgaven ten behoeve van de aflossingen op leningen (exclusief rentebetalingen)
- De uitgaven ten behoeve van de investeringen
- Het saldo van uitgaven en ontvangsten van de grondexploitaties
- Het saldo van 1 t/m 4 geeft het totale financieringssaldo weer.
Figuur 3.1 Liquiditeitsbehoefte per categorie 2021 (bedragen x € 1.000)
Een plus bedrag betekent dat er per saldo geld binnenkomt en een min bedrag betekent dat er per saldo geld uitgaat.
Uit de figuur valt af te leiden dat;
- Het uiteindelijke saldo van inkomsten en uitgaven is ruimschoots lager dan begroot en zelfs negatief terwijl dit positief geraamd was. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de uitvoering van de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO). De voorschotten die hiervoor in 2020 werden ontvangen zijn in 2021 daadwerkelijk uitgegeven. (Uitgaven en ontvangsten is niet gelijk aan lasten en baten)
- Financiering; De aflossingen op langlopende leningen is gelijk aan het bedrag zoals begroot. € 11,6 miljoen.
- Het bedrag aan investeringen is ruim € 4,6 miljoen lager dan waar bij de begroting 2021 rekening was gehouden.
- De grondexploitaties leverden in 2021 per saldo een voordelige (meer inkomsten dan uitgaven) kasstroom op. Deze voordelige kasstroom is ongeveer een miljoen hoger dan waarbij in de begroting 2021 rekening was gehouden.
- Het werkelijk financieringstekort is in 2021 uitgekomen op een bedrag van € 29 miljoen. Het saldo van de kortlopende middelen steeg van een tekort van € 16,7 miljoen op 31 december 2020 naar een tekort van € 22,7 miljoen op 31 december 2021. Dat is een vermeerdering van onze kortlopende schulden van € 6 miljoen. Daarnaast is er in 2021 voor een bedrag van € 23 miljoen aan langlopende leningen aangetrokken. Het werkelijke financieringstekort komt daarmee uit op een bedrag van € 6 miljoen plus € 23 miljoen is € 29 miljoen.
Naast het gebruiken van de kredietfaciliteiten van de BNG is er in 2021 gebruik gemaakt van één kasgeldlening.
Datum | Datum | Rente | Bedrag | Rente | |||
Looptijd | Geldgever | Storting | Aflossing | Tarief | Lening | Baten | |
1 | 6 maanden | Nederlandse Waterschapsbank | 22-dec-21 | 22-jun-22 | -0,48% | 15.000.000 | -2.000 |
-2.000 |
De opgenomen kasgeldlening heeft een looptijd van 6 maanden. Het rentetarief is negatief waardoor rentebaten ontstaat in 2021 van € 2.000.
De kasgeldlening is aangetrokken om een tijdelijke overschrijding van de kredietlimiet van de BNG Bank, ad € 20 miljoen, en de daarbij horende excedent rente, ad 5%, te vermijden.
In de begroting was uitgegaan van een langlopende schuld per ultimo 2021 van € 185,2 mln,
gebaseerd op € 23 mln aan nieuwe langlopende leningen en een bedrag van € 11,6 mln aan
aflossingen.
Eind 2021 bedraagt de langlopende schuld een bedrag van afgerond € 185,2 mln. Dit bedrag stemt
overeen met hetgeen in de begroting 2021 is opgenomen.
In 2021 zijn de volgende langlopende lening aangetrokken;
| Langlopende lening | Geldgever | Stortingsdatum | Rentetarief | Bedrag Lening | Rentelasten 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 21 jaar Fixe | BNG Bank | 4-feb-21 | 0,273% | 10.000.000 | 24.757 |
2 | 22 jaar Fixe | BNG Bank | 4-feb-21 | 0,290% | 8.000.000 | 21.039 |
3 | 30 jaar Fixe | BNG Bank | 22-dec-21 | 0,498% | 5.000.000 | 682 |
23.000.000 | 46.478 |
In de begroting 2021 was rekening gehouden met het aantrekken van langlopende leningen voor een bedrag van € 23 miljoen tegen een rentetarief van 0,75% (2020; 1,0%).
Renterisico's, kasgeldlimiet en renterisiconorm
Bij het risicobeheer op de gemeentelijke financiering wordt onderscheid gemaakt tussen kortlopende
financiering (rentetypische looptijd < 1 jaar) en langlopende financiering (rentetypische looptijd > 1 jaar).
Renterisico's op korte financiering (kasgeldlimiet)
De kasgeldlimiet is gelimiteerd tot 8,5% van het begrotingstotaal van de gemeente. Deze grens is om
te voorkomen dat een te groot gedeelte van het financieringstekort met kortlopende schulden (vaak
goedkoper dan langlopende financiering) wordt gedekt.
Kortlopende financiering kent een relatief groot renterisico:
Bij korte looptijden moeten leningen vaker worden vervangen met opnieuw de onzekerheid over het actuele rentepeil op het moment van aantrekken van een nieuwe lening.
Voor het jaar 2021 bedraagt de kasgeldlimiet 8,5% x € 265,5 miljoen is € 22,6 miljoen.
Zolang het rentetarief voor kortlopende financiering lager is dan het rentetarief voor langlopende
financiering en de kasgeldlimiet maximaal twee kwartalen wordt overschreden, wordt de ruimte tot aan de kasgeldlimiet benut.
Op basis van de reguliere exploitatie, de uitgevoerde investeringen, de uitvoering van de
grondexploitaties en de kasstromen met betrekking tot de leningen (rente en aflossing op oude
leningen en de opname van een nieuwe lening) heeft de korte schuldpositie in 2021 het volgende
beeld laten zien.
Figuur 4.1 Verloop kortlopende schulden 2021 waarbij een -/- bedrag een tegoed is.
Het totaal aan kortlopende schulden bedraagt per 31 december een bedrag van €22,7 miljoen.
Dit is opgebouwd uit een kasgeldlening van € 15 miljoen en een schuld in rekening courant bij de BNG Bank van € 7,7 miljoen.
In de loop van het jaar toont de stand van de rekening courant positie een wisselend beeld. Dit beeld
wordt vooral veroorzaakt door de ontvangsten van de woonlasten die zich voornamelijk
concentreren in de maanden maart t/m juni, en de uitkering van het BTW compensatiefonds in juli.
De meeste uitgaven vinden plaats in de maanden januari en december.
Uit de figuur blijkt dat zowel het bedrag van de kasgeldlimiet als de kredietlimiet van de BNG Bank eind januari kortstondig is overschreden. Om deze overschrijding op te heffen zijn er in februari 2021 2 langlopende leningen aangetrokken voor een totaalbedrag van € 18 miljoen.
Gedurende het jaar 2021 is er zelfs sprake geweest van een periode met een tegoed in rekening courant bij de BNG Bank. Op het moment dat ons tegoed in rekening courant groter is dan € 2 miljoen wordt het bedrag dat de € 2 miljoen overstijgt automatisch afgestort naar de Schatkist als gevolg van de regeling Schatkistbankieren.
Om te toetsen of we binnen de wettelijke normen van de kasgeldlimiet blijven wordt gebruik gemaakt van de gemiddelde kwartaalschuld.
De gemiddelde kwartaalschuld wordt als volgt berekend: eindsaldi van de korte schulden per laatste dag van de maanden van het kwartaal /3.
In de tabel hieronder wordt de gemiddelde kwartaalschuld vergeleken met de wettelijke kasgeldlimiet.
Vergelijking kortlopende schulden met de kasgeldlimiet
Gem. Schuld | ||||||
Financieringsgemiddelde < 1 jaar vs. Kasgeldlimiet | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal | < 1 jaar. | |
Begrotingstotaal 1 januari 2021 | 265.482 | 265.482 | 265.482 | 265.482 | ||
Kasgeldlimiet 2021 (=8,5% begrotingstotaal) | a | 22.566 | 22.566 | 22.566 | 22.566 | |
Gemiddelde kwartaalschuld < 1 jaar | b | 15.874 | 3.676 | 7.970 | 14.109 | 10.407 |
Overschrijding limiet (is +) Onderschrijding (is -) | c = b-a | -6.692 | -18.890 | -14.596 | -8.457 |
Tabel 4.1 Berekening renterisico korte schuld (bedragen x € 1.000)
Op basis van deze berekeningsmethode is op te merken dat de kasgeldlimiet in 2021 niet is overschreden.
Hieronder is een en ander ook grafisch in beeld gebracht.
Figuur 4.2 Grafische weergave financiering met kortlopende middelen < 1 jaar (bedragen x € 1.000)
Langlopende financiering
Langlopende financiering wordt aangetrokken als de kasgeldlimiet, het wettelijk maximum voor de kortlopende schuld, wordt bereikt.
Renterisico is het risico dat herfinanciering van leningen tegen een hoger rentepercentage
plaatsvindt dan het in de begroting geraamde rentepercentage waardoor de rentelasten omhoog zullen gaan.
Het renterisico heeft betrekking op de contractuele renteherzieningen en de aflossingen op de
langlopende schulden. Het renterisico wordt verkleind door aflossingen in de tijd te spreiden. Het
renterisico van de langlopende schuld is, evenals dat van de korte schuld, wettelijk begrensd. Het
renterisico wordt getoetst aan de renterisiconorm. De renterisiconorm wordt berekend door een
vastgesteld percentage van 20% van het begrotingstotaal.
Renterisiconorm en renterisico's van de langlopende schuld per 1 januari 2021 t/m 2024, op basis van de portefeuille per 1 januari 2021. | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
1 | Begrotingstotaal | 265.482 | 265.482 | 265.482 | 265.482 |
2 | vastgesteld percentage (Wet Fido) | 20% | 20% | 20% | 20% |
3 | Renterisiconorm (1 x 2) | 53.096 | 53.096 | 53.096 | 53.096 |
4 | Risico vaste schuld herfinanciering (aflossingen) | 11.637 | 11.170 | 9.303 | 8.503 |
5 | Ruimte onder risiconorm (3-4) | 41.460 | 41.926 | 43.793 | 44.593 |
6 | Risico als percentage 4/1 | 4,4% | 4,2% | 3,5% | 3,2% |
Tabel 4.2 Berekening renterisico lange schulden (bedragen x € 1.000)
De bedragen genoemd op regel 4 zijn bedragen die in de jaren 2021 t/m 2024 aan langlopende leningen moeten worden afgelost met betrekking tot de lening portefeuille zoals die bestaat per 31 december 2021.
De gedachte achter de renterisiconorm is dat de herfinanciering van aflossingen of de renteherzieningen tegen een hoger rentetarief zal plaatsvinden dan hetin de begroting geraamde rentetarief voor deze leningen.
Figuur 4.3 Grafische weergave renterisiconorm versus renterisico lange schulden (bedragen x € 1.000)
Uit tabel 4.2 en figuur 4.3 blijkt dat Hilversum in de periode 2021 t/m 2024 ruimschoots onder de wettelijk norm van € 53,096 miljoen en 20% blijft.
Met een renterisico van 4,4 % in 2021 is het werkelijke renterisico als laag te kwalificeren.
Profiel huidige leningenportefeuille
Het totaalbedrag aan langlopende leningen per 31 december 2021 bedraagt € 185,2 mln, verdeeld
over 28 leningen. De rentepercentages variëren tussen de -/-0,24 % en 4,715 %.
In § 3.4.4 is vastgesteld dat Hilversum ruim binnen de rente risiconorm blijft. Dit komt, omdat het aflossingspatroon van de bestaande leningenportefeuille voldoende gespreid is over de jaren.
In 2021 heeft bij één lening renteherziening plaatsgevonden.
Het oorspronkelijke rentetarief is herzien van 3,44% naar -/- 0,24%.
Het gaat hierbij om een lening met een resterend saldo van € 1 mln op het moment van de renteherziening. Renteherziening heeft plaatsgevonden omdat e.e.a. was vastgelegd in de oorspronkelijke leningovereenkomst in het jaar 2001.
In onderstaande figuren wordt de samenstelling van onze leningenportefeuille samengevat voor wat
betreft de verdeling naar oorspronkelijke looptijd en rentepercentages.
Figuur 5.1 Samenstelling leningenportefeuille 2021 (bedragen x € 1.000)
Uit figuur 5.1 blijkt dat het grootste deel van onze leningenportefeuille een oorspronkelijke looptijd heeft van 25 jaar en dat het grootste deel van onze leningen geleend wordt tegen een rentetarief tussen de 0% en 1%. Het aandeel van de lening schuld met een rentetarief tussen de 4% en 5% neemt geleidelijk af.
Dit heeft te maken met het feit dat oude dure leningen aflopen en worden vervangen door nieuwe "relatief" goedkope leningen.
Ter indicatie, op 31 december 2020 was het bedrag geleend tegen een rentetarief tussen de 4% en 5% € 33,3 miljoen, per 31 december 2021 is dat € 27,9 miljoen.
Het gewogen gemiddelde rentepercentage over de leningenportefeuille per 31 december 2021 komt
uit op 1,98%. (rentelasten/gemiddelde renteschuld 2021) Zie ook § 3.4.8 met daarin de staat van langlopende schulden. Het gemiddelde rentepercentage over 2020 was via deze berekeningswijze 2,28%.
Rentelasten
De rentelasten worden zowel bepaald door de omvang van de schuld als door de rentetarieven.
De omvang van de langlopende schuld was in overeenstemming met de oorspronkelijke raming. De rentetarieven lagen in 2021, zowel voor de korte als voor de lange schuld, onder het niveau van de oorspronkelijke ramingen van de begroting.
Rekening Courant
Het rentetarief van de rekening Courant bij de BNG bestaat uit het 1 maands Euribor tarief (in 2021
gemiddeld -/- 0,559%) plus een opslag van 0,15%. Dit komt neer op een gemiddeld rentetarief van ongeveer -/- 0,409% voor het jaar 2021.
Kasgeldleningen
Het rentetarief voor de kasgeldlening met een looptijd van 6 maanden die is afgesloten in december 2021 is -/- 0,48%. (zie ook § 3.4.3)
Langlopende leningen
In 2021 zijn drie langlopende lening aangetrokken. In de begroting was rekening gehouden met het
aantrekken van langlopende leningen voor een bedrag van € 23 miljoen tegen een rentetarief van
0,75%. Het werkelijke rentetarief van de drie aangetrokken langlopende lening en is 0,273%, 0,290% en 0,498%. (zie ook § 3.4.3)
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de rentelasten van externe financiering. Een totaal van
€ 3,5 miljoen.
| Begroting | Gewijzigde | Realisatie | |
---|---|---|---|---|
Rentelasten | 2021 | begroting 2021 | 2021 | Verschil |
Rente gespecificeerd naar: | ||||
- Rente van bestaande langlopende leningen | 3.533 | 3.533 | 3.501 | -32 |
- Rente van nieuw aan te trekken leningen | 150 | 46 | 46 | 0 |
- Rente van kortlopende financieringsmiddelen | -20 | -20 | -30 | -10 |
Totaal | 3.663 | 3.559 | 3.517 | -42 |
Tabel 6.1 Overzicht rentelasten externe financiering 2021 (bedragen x € 1.000)
Het saldo van rentelasten en rentebaten wordt via een omslagpercentage doorberekend naar de
programma’s.
De verdeelsleutel is het totaal aan activa dat dienstbaar is aan de betreffende programma’s. Omdat
het berekende omslagpercentage naar boven is afgerond naar 1,4% zijn er meer rentelasten
doorberekend naar de programma's dan het werkelijke saldo van externe rentelasten en externe rentebaten en ontstaat er een voordelig renteresultaat zoals genoemd op regel 'i' in de tabel 3.4.
Rentetoerekening 2021 | begroting 2021 | gewijzigde begroting | Realisatie 2021 | Verschillen | |
a | Externe rentelasten over korte en lange financiering | 3.663 | 3.559 | 3.517 | -42 |
b | Externe rentebaten | -70 | -70 | -88 | -18 |
c = a + b | Totaal door te rekenen externe rente | 3.593 | 3.489 | 3.430 | -60 |
d1 | Rente die toegerekend moet worden aan grondexploitaties | -56 | -104 | -104 | 0 |
d2 | Rente projectfinanciering die aan betreffend taakveld moet worden toegerekend | 0 | 0 | 0 | 0 |
e = c + d1 + d2 | Saldo, door te rekenen externe rente | 3.537 | 3.385 | 3.325 | -60 |
f1 | Rente eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 |
f2 | Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) | 0 | 0 | 0 | 0 |
g = e + f1 + f2 | De aan taakvelden (programma's inclusief overhead) toe te rekenen rente | 3.537 | 3.385 | 3.325 | -60 |
h | De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | -3.877 | -4.095 | -4.093 | 2 |
i = g + h | Renteresultaat op het taakveld treasury | -340 | -710 | -768 | -58 |
Tabel 6.2 Doorbelasting rente aan Taakvelden 2021 (bedragen x € 1.000)
In overeenstemming met de aanbeveling van het BBV is ervoor gekozen geen rente over het eigen vermogen en de voorzieningen te berekenen.
Voor 2021 is het renteresultaat uitgekomen op een voordelig bedrag van € 768.000. De gewijzigde
begroting ging uit van een voordelig renteresultaat van € 710.000.
In programma 5 is bij de financieringsfunctie een voordelig resultaat opgenomen van € 85.000 ten opzichte van de gewijzigde begroting.
Het verschil met het renteresultaat bestaat uit een voordelig resultaat ad € 27.000 op overige lasten die op het taakveld treasury worden verantwoord.
Rentebaten
De gemeente Hilversum heeft ook middelen uitgezet. Het betreft voornamelijk middelen die via SVN (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland) ter beschikking zijn gesteld ten behoeve van; starters op de woningmarkt, particuliere woningverbetering en duurzaamheid.
Ook zijn er middelen via het Restauratiefonds t.b.v. de financiering van het restaureren van monumenten uitgezet.
Een deel van deze uitgezette middelen levert rentebaten op, deze rentebaten zijn daarom als negatieve bedragen opgenomen in onderstaande tabel.
| Begroting | Gewijzigde | Realisatie | |
---|---|---|---|---|
Rentebaten | 2021 | begroting 2021 | 2021 | Verschil |
Rentebaten via SVN leningen | -10 | -10 | -19 | -9 |
Rentebaten via Restauratiefonds | -9 | -9 | ||
Rentebaten borgstelling | -60 | -60 | -60 | - |
Totaal | -70 | -70 | -88 | -18 |
Tabel 7.1 Rentebaten 2021 (bedragen x € 1.000)
SVN en het Nationaal Restauratiefonds beheren een leningenportefeuille voor Hilversum. Over de uitgezette leningen wordt rente in rekening gebracht bij de cliënten.
Via een borgstellingsovereenkomst met Stichting Tergooi is overeengekomen dat een vergoeding van 0,6% over het restant van de hoofdsom van de borgstelling wordt vergoed.
De borgstellingsovereenkomst is per 1 januari 2020 van kracht.
Schatkistbankieren
Decentrale overheden zijn vanaf december 2013 verplicht om hun overtollige middelen boven een bepaald drempelbedrag aan te houden bij het Rijk. Dit heet schatkistbankieren (SKB).
Doel schatkistbankieren; Door het verplichte schatkistbankieren hoeft de Nederlandse staat minder geld te lenen op de financiële markten en daalt de staatsschuld en de EMU-schuld. Een neveneffect is dat de risico’s die decentrale overheden lopen met hun tegoeden worden geminimaliseerd.
Per kwartaal mag het gemiddelde van de tegoeden die dagelijks buiten de schatkist gehouden worden niet boven het drempelbedrag uitkomen. Wanneer een decentrale overheid slechts enkele dagen geld over heeft, kan de decentrale overheid ervoor kiezen de middelen niet in de schatkist aan te houden wanneer het daarmee het drempelbedrag niet overschrijdt.
Het drempelbedrag voor Hilversum is 0,75% van het begrotingstotaal 2021, = € 1,911 miljoen.
Vanaf 1 juli 2021 is het drempelbedrag voor schatkistbankieren door het Ministerie aangepast naar 2% van het begrotingstotaal hetgeen neerkomt op een bedrag van € 5,310 miljoen.
| 1e helft | 2e helft | ||
---|---|---|---|---|
(1) Berekening drempelbedrag | 2021 | 2021 | ||
(1a) | Begrotingstotaal verslagjaar | 265.482 | (1a) | 265.482 |
(2b) | Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen | 265.482 | (2b) | 265.482 |
(1c) | Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat | - | (1c) | - |
(1) = (2b)*0,0075 + (1c)*0,002 met een minimum van €250.000 | Drempelbedrag | 1.991 | (1) = (2b)*0,02 + (1c)*0,002 met een minimum van €1.000.000 | 5.310 |
Tabel 8.1 Drempelbedrag schatkistbankieren 2021 (bedragen x € 1.000)
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | |||||
---|---|---|---|---|---|
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(2a) | Som van de per dag buiten 's Rijksschatkist aangehouden middelen | 33.769 | 14.294 | 15.378 | 4.071 |
(2b) | Dagen in het kwartaal | 90 | 91 | 92 | 92 |
(2) - (2a) / (2b) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijksschatkist aangehouden middelen | 375 | 157 | 167 | 44 |
(3) Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren | |||||
(1) | Drempelbedrag | 1.991 | 1.991 | 5.310 | 5.310 |
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(2) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijksschatkist aangehouden middelen | 375 | 157 | 167 | 44 |
(3a) = (1) > (2) | Ruimte onder het drempelbedrag | 1.616 | 1.834 | 5.142 | 5.265 |
(3b) = (2) > (1) | Overschrijding van het drempelbedrag | - | - | - | - |
Tabel 8.2 Berekening overtollige middelen 2021 (bedragen x € 1.000)
Uit deze voorgeschreven berekening blijkt dat Hilversum zich in 2021 heeft gehouden aan de voorschriften van het schatkistbankieren.
In 2021 was het beheer van het banksaldo zo ingesteld dat, als aan het einde van de dag het banktegoed van Hilversum groter was dan € 2 miljoen, het bedrag dat de € 2 miljoen oversteeg automatisch afgestort werd afgestort van de BNG Bank naar de schatkist.
Dit heeft ertoe geleid dat de volgende stortingen naar en opnames uit de schatkist hebben plaatsgevonden.
Datum mutatie | Afgestort bedrag | Opgenomen Bedrag | Voortschrijdend saldo |
---|---|---|---|
1-1-2021 | - | ||
20-4-2021 | 1.939.335 | 1.939.335 | |
25-5-2021 | 2.069.758 | 4.009.093 | |
6-7-2021 | 103.610 | 4.112.703 | |
22-12-2021 | 203.815 | 4.316.518 | |
23-12-2021 | 51.419 | 4.367.936 | |
30-12-2021 | 4.316.518 | 51.419 | |
31-12-2021 | eindsaldo | 51.419 |
Tabel 8.3 Stortingen en opnamen in/uit 's Rijksschatkist in 2021.
Als de middelen die afgestort zijn naar de 's Rijksschatkist weer nodig zijn kunnen ze, op initiatief van Hilversum, weer opgenomen worden uit de 's Rijksschatkist.
Om deze reden is op 30 december 2021 bijna het volledige saldo weer teruggeboekt naar de rekening courant van de BNG Bank en resteert er een bedrag van ruim € 51.000 dat nog geparkeerd staat op de rekening van 's Rijksschatkist.
Vooralsnog is er geen speciaal toezichtregime. Voor alle maatregelen aangaande schatkistbankieren gelden de reguliere/bestaande toezichtkaders, inclusief de rol van de accountant.
Verloop langlopende schuld
Langlopende leningen | Stand leningen per | Aflossingen | Nieuwe leningen | Stand leningen per | rentelasten |
---|---|---|---|---|---|
1-1-2021 | 2021 | 2021 | 31-12-2021 | 2021 | |
Bank Nederlandse gemeenten | 98.843 | 8.557 | 23.000 | 113.287 | 2.307 |
Nederlandse Waterschapsbank | 19.280 | 1.160 | 18.120 | 465 | |
Aegon | 20.960 | 1.040 | 19.920 | 416 | |
Nationale Nederlanden | 7.600 | 400 | 7.200 | 225 | |
Provincie Noord-Holland | 16.081 | 0 | 16.081 | 0 | |
Provincie Noord-Brabant | 11.040 | 480 | 10.560 | 134 | |
Totaal | 173.804 | 11.637 | 23.000 | 185.167 | 3.547 |
Tabel 9.1 Overzicht langlopende leningen 2021 (bedragen x € 1.000)
Gedurende het jaar is er voor een bedrag van € 11,637 miljoen afgelost op langlopende leningen.
In het jaar 2021 zijn er drie langlopende leningen aangetrokken.
- Het betreft een lening van € 10 miljoen met een looptijd van 21 jaar tegen een rentetarief van 0,273% en een aflossing ineens aan het einde van de looptijd (fixe lening) De lening is aangegaan bij de BNG Bank.
- Het betreft een lening van € 8 miljoen met een looptijd van 22 jaar tegen een rentetarief van 0,290% en een aflossing ineens aan het einde van de looptijd (fixe lening) De lening is aangegaan bij de BNG Bank.
- Het betreft een lening van € 5 miljoen met een looptijd van 30 jaar tegen een rentetarief van 0,498% en een aflossing ineens aan het einde van de looptijd (fixe lening) De lening is aangegaan bij de BNG Bank.
In de begroting 2021 werd uitgegaan van een langlopende financieringsbehoefte van € 23 miljoen
tegen een rentetarief van 0,75%.
Berekening gemiddeld | ||
rentetarief | ||
1 | Schuld per 1 januari | 173.804 |
2 | Schuld per 31 december | 185.167 |
3 | Gemiddelde schuld (1+2)/2 | 179.486 |
4 | Rentelasten | 3.547 |
5 | Gemiddeld rentetarief 2021 | 1,98% |
Het gemiddelde rentetarief komt voor 2021 daarmee, volgens deze berekeningswijze uit op 1,98%.
Ter vergelijking, het gemiddelde rentetarief in de jaarrekening 2020 kwam uit op 2,28%.
Door nieuwe leningen af te sluiten die een lager tarief hebben dan de rentetarieven van leningen waarop afgelost wordt daalt het gemiddelde tarief over onze leningenportefeuille.
Figuur 9.1 langlopende schulden (bedragen x € 1 miljoen)
Bij de aankoop van de gronden van plangebied Crailo, in 2017, is met de Provincie Noord-Holland afgesproken dat de koopsom, exclusief BTW, uiterlijk in december 2029 voldaan zal worden.
De BTW over deze koopsom ad € 2,6 miljoen is in 2019 voldaan aan de provincie.
De uitgestelde betaalverplichting is verantwoord als langlopende lening.
De werkelijke langlopende schuld is eind 2021 € 185,2 miljoen en is in overeenstemming met de prognose zoals deze was opgenomen in de begroting 2021.
In december 2020 zijn de gronden van het plangebied Crailo verkocht aan GEM Crailo B.V.
Met GEM Crailo B.V. is overeengekomen dat de koopsom, exclusief BTW, uiterlijk in december 2029 wordt voldaan.
Deze nog te ontvangen koopsom is verantwoord als verstrekte langlopende lening.
In december 2029 wordt van GEM Crailo B.V. een bedrag van € 16,1 miljoen ontvangen.
Dit bedrag wordt vervolgens door de gemeente overgemaakt naar de Provincie Noord-Holland ter aflossing van onze langlopende schuld van € 16,1 miljoen.
Volledigheidshalve verwijzen we hier naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
waar kengetallen zijn opgenomen die een beeld geven van de financiële positie van de gemeente
Hilversum.
Dividend
De gemeente Hilversum is aandeelhouder van de BNG Bank N.V. en Vitens N.V. Als aandeelhouder
ontvangt de gemeente jaarlijks dividend.
Dividend | Begroting 2021 | Bijgestelde begroting 2021 | Realisatie 2021 | Verschil |
---|---|---|---|---|
BNG Bank | 300 | 219 | 219 | - |
Vitens | - | - | - | - |
Totaal | 300 | 219 | 219 | - |
Tabel 10.1 Ontvangen dividend 2021 (bedragen x € 1.000)
De werkelijke dividendontvangsten in 2021 zijn € 81.000 lager dan initieel begroot.
Omdat dit gedurende het jaar bekend werd is de begroting 2021 daarop tussentijds aangepast.
Het dividend over 2021 betreft het dividend dat de BNG Bank en Vitens uitkeren over het verslagjaar 2020.
Drinkwaterbedrijf Vitens heeft aangegeven geen dividend uit te keren over het jaar 2020.
Ultimo 2020 bedroeg de solvabiliteit 29,4% (2019: 29,2%), hiermee voldeed Vitens niet aan de eigen continuïteitsdoelstelling van een solvabiliteit van minimaal 30% en was er geen ruimte om dividend uit te keren.
Vitens zal weer dividend gaan uitkeren als de solvabiliteit boven de 30% uitkomt.
Verstrekte leningen en aandelenkapitaal
Verstrekte leningen:
Per 31 december 2021 heeft de gemeente de volgende leningen verstrekt;
bedrag per | bedrag per | |||
Verstrekte leningen | 1-1-2021 | bij | af | 31-12-2021 |
Gem Crailo | 16.081 | - | - | 16.081 |
Uitzettingen via SVN | 2.571 | 1.019 | 13 | 3.578 |
Uitzettingen via het restauratiefonds | 1.006 | 9 | 4 | 1.011 |
Pinetum Blijdenstein, sinds 2000 | 136 | - | - | 136 |
Rijks Schatkist | 1 | 1 | ||
Totaal | 19.795 | 1.028 | 16 | 20.806 |
tabel 11.1 (bedragen x € 1.000)
Gem Crailo
De gemeente Hilversum heeft GEM Crailo uitstel van betaling verleend voor de aankoop van de gronden van Crailo.
Het aankoopbedrag zal uiterlijk 31 december 2029 aan Hilversum worden betaald.
SVN
De gemeente Hilversum verstrekt via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (SVN) leningen aan particulieren en instellingen voor verduurzaming van vastgoed.
Hilversum stelt de middelen ter beschikking aan SVN, die deze middelen vervolgens uitzet bij cliënten.
In 2021 is hiervoor, op basis van een collegebesluit van 29 september 2020 een bedrag van € 1 miljoen ter beschikking gesteld aan SVN. Deze middelen zijn een aanvulling van de middelen die al eerder ter beschikking zijn gesteld.
Restauratiefonds
Hetzelfde geld voor het restauratiefonds.
Het fonds is bedoeld om restauraties van gemeentelijke monumenten te stimuleren door het verstrekken van leningen tegen lage rentetarieven.
SVN en het Restauratiefonds brengen beheerskosten in rekening bij de gemeente Hilversum.
Daarnaast ontvangen zij rente en aflossingen die opnieuw uitgeleend worden. Op deze manier kan de omvang van de fondsen groeien.
Het gaat hierbij om zogenaamde revolverende fondsen.
Pinetum
Dit betreft een lening die in 2000 is verstrekt aan het Pinetum Blijdenstijn zonder rente of aflossingsverplichtingen.
Rijks Schatkist
Dit betreft 2 rijks obligaties.
Per 31 december 2021 heeft de gemeente de volgende deelnamen in aandelenkapitaal;
bedrag per | bedrag per | |||
Deelname in aandelenkapitaal | 1-1-2021 | bij | af | 31-12-2021 |
BNG Bank | 274 | - | - | 274 |
Vitens. N.V. | 90 | - | - | 90 |
Rom Utrecht | 1.000 | 1.000 | - | 2.000 |
Gem Crailo | 1 | - | - | 1 |
Totaal | 1.365 | 1.000 | - | 2.365 |
tabel 11.2 (bedragen x € 1.000)
BNG Bank
De gemeente Hilversum heeft 120.939 aandelen en daarmee stemrecht op de AVA (Algemene Vergadering van Aandeelhouders).
Vitens
De gemeente Hilversum heeft 89.569 aandelen en daarmee stemrecht op de AVA (Algemene Vergadering van Aandeelhouders).
ROM Utrecht
Op 25 februari 2020 heeft het college besloten deel te nemen in de Ontwikkelingsmaatschappij Regio Utrecht (ROM).
Het doel van de ontwikkelingsmaatschappij is erop gericht om grote projecten en nieuwe bedrijven of producten financierbaar te maken en zo een economische impuls aan de regio te geven.
In 2021 heeft Hilversum nogmaals een bedrag van € 1 miljoen gestort in het aandelenkapitaal van de ROM.
Het totaalbedrag aan deelneming in het aandelenkapitaal bedraagt daarmee per 31 december 2021 een bedrag van € 2 miljoen.
Gem Crailo
GEM Crailo BV is opgericht op 1 mei 2018. De aandeelhouders zijn de gemeenten Hilversum (45%), Gooise Meren (45%) en Laren (10%).
De Vennootschap heeft ten doel het ontwikkelen, realiseren en exploiteren van plangebied Crailo voor woningbouw en bedrijvigheid en het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
Verleende garanties
Om externe partijen te ondersteunen bij het realiseren van hun doelstellingen kan de gemeente
garant staan voor leningen. Deze garantstelling kan gebeuren op basis van de ‘publieke taak’ van de
gemeente. Of in een concreet geval sprake is van een publieke taak, bepaalt de gemeenteraad.
Daarom moet iedere lening of garantstelling die het college overweegt, eerst aan de raad kenbaar
gemaakt worden en neemt het college pas een besluit nadat zij nota heeft genomen van de wensen
en bedenkingen van de raad.
Sportinvesteringsfonds:
Sportverenigingen hebben over het algemeen te weinig financiële middelen om investeringen in
sportaccommodaties te kunnen doen. Om toch te kunnen investeren zullen er leningen
aangetrokken moeten worden bij banken ter financiering van deze investeringen.
Door de oprichting van de Stichting Sportinvesteringsfonds Hilversum wordt het sportverenigingen in
Hilversum mogelijk gemaakt om tegen een lager rentetarief dan de reguliere markt te lenen.
De stichting Sportinvesteringsfonds Hilversum komt zelf aan zijn middelen door bijdragen van de
participanten (sportverenigingen), de gemeente Hilversum en door zelf leningen aan te trekken
waarvoor de gemeente Hilversum garant zal staan.
De middelen die het Sport Investeringsfonds verwerft worden vervolgens als lening verstrekt aan
sportverenigingen in Hilversum die gaan investeren in hun sportaccommodatie.
Op 14 november 2018 heeft de raad ingestemd, met het voorgenomen besluit van het college,
garantie te verlenen aan de Stichting Sportinvesteringsfonds Hilversum tot een maximum van € 2,2
miljoen.
In 2021 is er door het Sportinvesteringsfonds één lening aangetrokken waar de gemeente garant voor staat.
Het gaat om een lening van € 1.100.000 afgesloten bij de BNG Bank.
Door het Sportinvesteringsfonds is inmiddels voor een totaalbedrag van € 2.022.000 aan leningen aangetrokken. Dit totaalbedrag blijft onder het maximum van € 2,2 miljoen waartoe besloten is in 2018.
Voor een volledig overzicht van de verleende garanties wordt verwezen naar de Staat van gewaarborgde geldleningen in § 5.